Principe
De snelheden van twee gelijders, die zonder wrijving over een demonstratiebaan bewegen, worden voor en na de botsing gemeten, zowel voor elastische als voor inelastische botsingen.
1. Elastische botsing
1.De impulsen van de twee zweefvliegtuigen alsmede hun som na de botsing. Ter vergelijking is de gemiddelde waarde van de impulsen van het eerste zweefvliegtuig als een horizontale lijn in de grafiek opgenomen.
2.Hun energieën, op analoge wijze als bij opdracht 1.1
3.In overeenstemming met de gemiddelde waarde van de gemeten impuls van het eerste zweefvliegtuig voor de botsing, worden de theoretische waarden van de impulsen voor de twee zweefvliegtuigen ingevoerd voor een bereik van massaverhoudingen van 0 tot 3. Ter vergelijking worden de meetpunten (zie 1.1) in de grafiek uitgezet.
4.In overeenstemming met de gemiddelde waarde van de gemeten energie van het eerste zweefvliegtuig vóór de botsing, worden de theoretische waarden van de energie na de botsing uitgezet analoog aan Taak 1.3. Daarbij worden de gemeten waarden vergeleken met de theoretische krommen.
2. Inelastische botsing
1.De impulswaarden worden uitgezet zoals in opdracht 1.1.
2. De energiewaarden worden uitgezet zoals in opdracht 1.2.
3. De theoretische en de gemeten impulswaarden worden vergeleken zoals in opdracht 1.3.
4.Net als in opdracht 1.4 worden de theoretische en de gemeten energiewaarden met elkaar vergeleken. Om het energieverlies en de afhankelijkheid daarvan van de massaverhoudingen duidelijk te illustreren, worden de theoretische functies van de totale energie van beide zweefvliegtuigen en het energieverlies na de botsing uitgezet.
Wat kunt u leren over
-Behoud van momentum
-behoud van energie
-lineaire beweging
-Velociteit
-Elastisch verlies
-Elastische botsing
Eigenschappen
- PP2130505
- P2130505